Iedereen is inmiddels wel overtuigd van het belang van sporten en een actieve, gezonde leefstijl aannemen. Toch blijkt het voor velen lastig om dit voor elkaar te krijgen. Hoe zorg je er nou wel voor dat je fit en vitaal door het leven gaat? Door er al van kinds af aan op de juiste manier mee aan de slag te gaan!

 

Het huidige sportklimaat in Nederland is er vooral op gericht dat één kind een of twee sporten kiest waar hij of zij 'op' mag. Dit is dan voornamelijk bij verenigingen in de buurt waar vervolgens één a twee keer per week getraind wordt en er, afhankelijk van de sport, wedstrijden plaatsvinden.

De uiteindelijke keuze wordt onder andere beïnvloed door met welke sport ouders zelf affiniteit hebben en wat hun verwachtingspatroon is (Coté et al., 2002). De locatie van de vereniging en de bijkomende kosten voor contributie, benodigde sportoutfit en -materialen zijn eveneens bepalende factoren.

Natuurlijk wordt er gekeken naar wat het kind zelf wil, maar (onbewust) spelen bovengenoemde factoren toch een rol. Zonde, want om een sport daadwerkelijk vol te houden en er optimaal van te kunnen profiteren, zou plezier (FUN) op de eerste plaats moeten staan!

 

Vandaar dat wij onze 'FUNdamental Sportsmethode' ontwikkeld hebben, gebaseerd op wetenschappelijke inzichten en wat wij misten in het huidige sportaanbod in Nederland. De programma's zijn ontworpen in samenwerking met gym leerkrachten, sportinstructeurs, fysiotherapeuten, bewegingswetenschappers, sportperformance trainers, ervaringsdeskundigen en een sportpsycholoog. Er wordt door middel van sport gewerkt aan het versterken van fysieke, motorische en sociaal-emotionele vaardigheden. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan het belang van gezonde voeding.

Dit alles met sportplezier als overkoepeld thema!

 


Hoe weet je als kind nou welke sport je echt leuk vindt? Hoe kun je definitief voor een sport kiezen als je het nog nooit gedaan hebt?

 

Bij Fundamental Sports hoeft dat ook niet, je gaat namelijk aan de slag met een breed scala aan sporten en dat op één locatie. Het enige waar je een keuze in maakt, is of je voor het bal- of racket sportprogramma gaat. Al kun je natuurlijk ook beide volgen!

In het beweegprogramma wordt specifieke aandacht besteed aan alle 'Basic Movement Skills' (balance skills, locomotor skills en ball skills) die de bouwstenen vormen om later meer complexe en gespecialiseerde bewegingen te kunnen maken (Lubans et al., 2010).

Door op jonge leeftijd kennis te maken met verschillende sporten, leg je een brede fysieke en motorische basis die uitermate handig is voor het op latere leeftijd specialiseren in een sport of switchen naar een andere sport.

Daarnaast is het risico op blessures of overtraining kleiner doordat je meerdere spiergroepen traint en je overall sterker wordt. Bij een vroege focus op één sport wordt er herhaaldelijk een beroep gedaan op dezelfde spiergroepen en bewegingen wat overbelasting kan veroorzaken (Bell et al., 2018).

Je wil alle mogelijkheden open laten zodat kinderen kunnen ontdekken wat het best bij hen past, waar ze het meeste plezier uit halen en later eventueel in willen specialiseren. Door met meerdere sporten bezig te zijn, leren kinderen hun lichaam op verschillende manieren te gebruiken en om te gaan met wisselende spelsituaties en -regels. 


 


Wellicht heeft u wel eens van de '10.000-urentheorie' gehoord? Dit gaat erover of talent aangeboren is of dat iedereen het in zich heeft om de (wereld)top te bereiken door minimaal 10.000 uren gericht te trainen (Ericsson et al., 1993). Hieruit blijkt dat 'talent' inderdaad maakbaar is mits je aan een aantal voorwaarden voldoet. Een daarvan is het minimaal 10.000 uren doelgericht trainen, maar over de exacte invulling en de voors en tegens hiervan valt nog wel wat te zeggen (Wiersma, 2000).

Ja, om ergens in uit te blinken, zul je veel doelgerichte trainingsuren moeten maken, maar houdt het juist zo breed en vrij mogelijk om er overall optimaal van te profiteren!

Dit is dan ook waar de focus van onze 'FUNdamental Sportsmethode' op ligt; oefenen versus specialiseren. Dit kan ervoor zorgen dat het in het begin misschien lijkt dat kinderen wat achter liggen in hun sport (specifieke) ontwikkeling. Ze focussen zich echter niet op één gebied, maar ontwikkelen juist tal van vaardigheden. Dit vergt iets meer 'vastlegtijd', maar zorgt uiteindelijk wel voor een gedegen sportfundament. Ze hebben vervolgens hun hele leven profijt van deze aangelegde toolbox; zowel op sportief als op school, werk en sociaal-emotioneel gebied (Eime et al., 2013).

 

Door al op jonge leeftijd te selecteren en specialiseren, wat momenteel de norm is, stop je kinderen in 'hokjes' waardoor het gevoel van 'moeten' hoger wordt. Dit kan uiteindelijk tot 'drop-out' leiden; hun zelfregulatie wordt minder, hun intrinsieke motivatie verlaagt, de ontwikkeling stagneert (of limiteert zich tot één specifiek gebied), ze kunnen minder goed switchen tussen verschillende spelsituaties en raken eerder van slag tijdens het spel. Dit alles met een mindere prestatie, verhoogde frustratie, verhoogde kans op blessures en bovenal minder spelplezier tot gevolg. Oftewel ze komen in een neerwaartse spiraal terecht en leggen negatieve associaties met sport en bewegen (Butcher et al., 2002). Dit leidt ertoe dat ze uiteindelijk helemaal stoppen met de sport of het actief bezig zijn...met alle gevolgen van dien!

Zaak om dit te voorkomen dus!


 


'Vrij' ontwikkelen betekent niet dat er geen regels zijn of geen spelbegeleiding of structuur binnen de programma's is. Bij 'vrij' ontwikkelen is het juist van belang dat het programma een solide fundament heeft, het onder deskundige begeleiding uitgevoerd wordt en er persoonlijke aandacht is voor elk kind. Dit leidt namelijk tot een hogere zelfregulatie waar ze hun hele leven van blijven profiteren (o.a. Kirk, 2005, Jolles, 2014).

Het wisselen tussen meerdere sporten en omgaan met verschillende spelsituaties vraagt om improvisatie doordat het een beroep doet op hun fantasie en associatievermogen en zodoende de intrinsieke motivatie verhoogt. Dit stimuleert een bredere fysieke en mentale ontwikkeling doordat het kind zelf een weg moet vinden om 'beter' te worden. Op deze manier leren kinderen adequaat om te gaan met wisselende spelsituaties doordat ze ontdekken dat er niet maar één wijze is om bepaalde dingen te doen, maar je verschillende opties hebt. Ze raken vervolgens minder snel van slag en kunnen makkelijker switchen van het een naar het ander. Dit levert weer op dat ze zichzelf nog beter kunnen ontwikkelen, sterker worden (zowel fysiek als mentaal) en beter gaan presteren. Zo wordt hun intrinsieke motivatie automatisch verhoogd wat weer meer plezier oplevert, ze het sporten langer volhouden en ze zich dus nog verder kunnen ontwikkelen (o.a. Danish et al, 2002, Barnett et al., 2008); de gewenste positieve spiraal!


 


Oefenen an sich is belangrijk, maar competitie of een wedstrijdelement is eveneens van grote waarde. Dit moet echter niet resultaatafhankelijk zijn, zoals in het huidige sportklimaat het geval is, maar meer gericht op persoonlijke ontwikkeling.

Vraag je kind maar eens hoe een wedstrijd gegaan is, je krijgt standaard het antwoord: “We hebben gewonnen met 1-0” / “We hebben verloren met 1-0”. De focus ligt op het resultaat. Zelden krijg je een antwoord dat gericht is op hoe je kind het zelf gedaan heeft (oké, behalve als hij of zij gescoord heeft) of welke ontwikkeling het doorgemaakt heeft.

De focus bij Fundamental Sports ligt dan ook op zelfontwikkeling en de competitie aangaan met jezelf; je continue willen verbeteren ten opzichte van je oude zelf.

Wat zou je graag voor elkaar willen krijgen? En hoe ga je dat aanpakken?

Zo hou je de regie bij jezelf en dat is uiteindelijk het enige waar je 100% invloed op hebt. Je kunt dus met 10-0 verliezen en toch ontzettend tevreden zijn over de gespeelde wedstrijd, omdat jij en je teamgenoten wel aan persoonlijke doelen gewerkt hebben. Daarmee is het doel voor die wedstrijd behaald en zijn ze een stapje vooruit gegaan in hun persoonlijke ontwikkeling. Andersom kan natuurlijk ook; gewonnen met 10-0, maar alsnog ontevreden over de eigen progressie (doelen niet gehaald; geen persoonlijke groei doorgemaakt).

Belangrijk daarbij zijn het nabespreken en evalueren waar we tijdens het programma spelenderwijs mee aan de slag gaan. Los van de voordelen op sportief gebied en de fysieke ontwikkeling zorgt dit tevens voor een stuk sociale vaardigheid en verhoging van het zelfvertrouwen (Whitehead et al., 2000).

Ieder kind kan zijn of haar zegje doen en voelt zich meer gewaardeerd. In het begin kan het eng aanvoelen, maar door er op een laagdrempelige manier mee om te gaan, in een vertrouwde omgeving waarbij een open en prettige sfeer gecreëerd is, zal dit als vanzelf gaan. Een win-winsituatie, want ze zijn er niet bewust mee bezig, wat ervoor zorgt dat het angstniveau sowieso al lager is, maar plukken er wel de vruchten van als ze het gedaan hebben.

Kortom, ook nog eens nuttig voor op school/ in hun dagelijks leven en algemene ontwikkeling als mens.

 


Het is inmiddels wel duidelijk dat er in de 'FUNdamental Sportsmethode' naast het werken aan de fysieke ontwikkeling tevens nadruk op persoonlijke ontwikkeling gelegd wordt. Elk kind is uniek en heeft zijn of haar eigen talent. Wij vinden het belangrijk dat elk kind de kans krijgt om zich optimaal te ontwikkelen en een persoonlijke groei door te maken. Ons doel is dan ook om sportparticipatie te verhogen door deelname aan onze programma's zo laagdrempelig mogelijk te houden. Dit betekent dat we ernaar streven de contributie laag te houden, een sportlocatie dicht bij huis, school of buitenschoolse opvang te realiseren en de beweeggroepen klein te houden. 

Wij werken met een gevarieerd team aan professionals en onze trainers hechten grote waarde aan persoonlijke aandacht voor elk kind en wat hij of zij nodig heeft. Een sportpsycholoog (tevens ontwikkelingspsycholoog) houdt een intake en brengt door middel van een basis-, tussen- en eindmetingen de daadwerkelijke persoonlijke ontwikkeling in kaart. De progressie wordt zo visueel gemaakt wat stimulerend werkt om het programma met plezier vol te houden en actiever te zijn in algemene zin.

 

Waar wij verder rekening mee houden in ons programma is de (cognitieve) ontwikkelingsfase van het kind. Wij werken daarom met twee leeftijdscategorieën; 4 t/m 8 jaar en 8 t/m 12 jaar, waarbij de focus steeds meer van puur motorisch en “ik” naar meer analytisch, tactisch en “wij” gaat. Daarnaast leren de kinderen meer over zichzelf en tal van andere sociaal-emotionele vaardigheden. Spelenderwijs en op een actieve manier wordt er onder begeleiding van de sportpsycholoog gewerkt aan hoe ze het beste om kunnen gaan met tegenslagen, hoe te werken in een team, rekening te houden met anderen, eigenbelang versus teambelang en het adequaat geven en ontvangen van feedback etc. Daarnaast maken ze kennis met waardevolle sportmentale technieken als doelen stellen, ademhaling en visualisatie.

 


Net als met plezier in beweging zijn, is het net zo belangrijk om met plezier te eten. Wij besteden daarom eveneens aandacht aan gezonde voeding. Elke les krijgen de kinderen een stuk fruit aangeboden en leren we ze meer over wat het effect van voeding op hun sportieve ontwikkeling is. Door ze ook hier kennis te laten maken met een breed scala aan groente en fruit, kunnen ze zelf ontdekken wat ze wel of niet lekker vinden. Dat mag namelijk! Het is oké om iets niet te lusten, maar wel nadat je het een aantal keer geprobeerd hebt. Net als je aan het maken van een nieuwe beweging moet wennen, moet je dit ook aan nieuwe voedingsmiddelen. Er is echter altijd wel iets dat je lekker gaat vinden en wie weet breng je zo pappa en mamma nog op gezonde ideetjes!

 


Een uniek allround programma waarbij op een verantwoorde, wetenschappelijk onderbouwde manier, onder begeleiding van professionals, gesport wordt om zo je fysieke, mentale en sociaal-emotionele vaardigheden te versterken. Hiermee geef je je algemene gezondheid een boost waar je je leven lang van profiteert..en dat terwijl je continue met een grote glimlach op je gezicht bezig bent!

 

Wie wil dat nou niet?! Meld je aan en ervaar het zelf!



Referenties:

 

Barnett, L.M., Morgan, P.J., Beurden van, E., Beard, J.R. (2008). Perceived sports competence mediates the relationship between childhood motor skill proficiency and adolescent physical activity and fitness: a longitudinal assessment. Int J Behav Nutr Phys Act, 8(5),40.

 

Bell, D.R., Post, E.G., Biese, K., et al.(2018). Sport Specialization and Risk of Overuse Injuries: A Systematic Review With Meta-analysis. Pediatrics, 142(3)

 

Butcher, J., Lindner, K.J., Johns, D.P. (2002). Withdrawal from competitive youth sport: a retrospective ten-year study. Journal of Sport Behavior, 25(2),145–163

 

Côté, J., Hay, J. (2002). Family influences on youth sport participation and performance. In: Silva JM, Stevens DE, editors. Psychological foundations of sport. 2nd ed. Boston, MA: Allyn & Bacon. 503–19

 

Danish, S.J., Fazio, R.K., Nellen, V.C., Owens, S.S.(2002). Teaching life skills through sport: Community-based programs to enhance adolescent development. Exploring sport and exercise psychology Washington, DC: American Psychological Association

 

Ericsson, K. A., Krampe, R. T., & Tesch-Römer, C. (1993). The role of deliberate practice in the acquisition of expert performance.Psychological review,100(3), 363.

 

Eime et al. (2016) Age profiles of sport participants. BMC Sports Science, Medicine and Rehabilitation. 8(6)

 

Eime, R., Young, J., Harvey, J., Charity, M., Payne, W. (2013). A systematic review of the psychological and social benefits of participation in sport for children and adolescents: informing development of a conceptual model of health. Int J Behav Nutr Phys Act., 10(98)

 

Jolles J. (2014). Over de jonge teamsporter en diens neuropsychologische ontwikkeling. Sportknowhow. dd 28-01-2014

 

Kirk, D. (2005). Physical education, youth sport and lifelong participation: the importance of early learning experiences. Eur Phys Educ Rev.;11(3), 239–255

 

Lubans, D.R., Morgan, P.J., Cliff, D.P. et al. (2010). Fundamental Movement Skills in Children and Adolescents. Sports Medicine, 40, 1019–1035  

 

Vaeyens, R., Lenoir, M., Williams, A.M., Philippaerts, R.M. (2008). Talent identification and development programmes in sport: current models and future directions. Sports Med.,38(9), 703

 

Whitehead, J.R., Corbin, C.B. (2000). Self-esteem in children and youth: the role of sport and physical education. Human Kinetics. 175-203

 

Wiersma, L. D. (2000). Risks and Benefits of Youth Sport Specialization: Perspectives and Recommendations, Pediatric Exercise Science,12(1), 13-22.

 


De 'FUNdamental Sportsmethode'


Breed scala aan sporten 


Oefenen versus specialiseren?


'Vrij' ontwikkelen, maar onder deskundige begeleiding


Competitie aangaan...met jezelf!


Nadruk op persoonlijke ontwikkeling


Gezonde voeding


Dus, waarom Fundamental Sports?


Onze methode